Mededingingswet
Artikel 4
1
Een lid van de raad vervult geen nevenfuncties die ongewenst zijn met het oog op een goede vervulling van zijn functie of de handhaving van zijn onafhankelijkheid of van het vertrouwen daarin.
2
Een lid van de raad meldt het voornemen tot het aanvaarden van een nevenfunctie anders dan uit hoofde van zijn functie aan Onze Minister.
3
Nevenfuncties van een lid van de raad, anders dan uit hoofde van zijn functie worden openbaar gemaakt. Openbaarmaking geschiedt door het ter inzage leggen van een opgave van deze nevenfuncties bij de mededingingsautoriteit en bij Onze Minister.
4
Een lid van de raad heeft geen financiƫle of andere belangen bij ondernemingen waardoor zijn onpartijdigheid in het geding kan zijn.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.